Raadsvergadering

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om de Verordening tot wijziging van de APV Vught 2022 (1e wijziging) vast te stellen.

Artikel I

In artikel 2.1a (Gebiedsontzegging) wordt in het eerste lid ’72 uur’ vervangen door ‘ten hoogste tien dagen’ en wordt in het tweede lid ‘vier weken’ vervangen door ‘acht weken’.

Artikel II

In artikel 2:12 (Maken of veranderen van een uitweg) wordt de tekst van het tweede lid, onder a in zijn geheel vervangen door de volgende tekst:

a. indien door de uitweg de bruikbaarheid van de weg wordt aangetast, waaronder begrepen de beschikbaarheid van openbare parkeerplaatsen.

Artikel III

In artikel 2:18 (Rookverbod in bossen en natuurterreinen) wordt de tekst van het eerste lid, onder a in zijn geheel vervangen door de volgende tekst:

a. te roken;

Artikel IV

Artikel 2:43 (Vervoer plakgereedschap) komt als volgt te luiden:

1. Het is verboden op de weg of openbaar water te vervoeren of bij zich te hebben enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap.
2. Dit verbod is niet van toepassing, indien de genoemde materialen of gereedschappen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd voor handelingen als verboden in artikel 2:42.

Artikel V

Artikel 2:49 (Verboden gedrag in of bij gebouwen) komt als volgt te luiden:

1. Het is verboden zonder redelijk doel:

a. zich in een portiek of poort of onder een overkapping bij een gebouw op te houden;
b. in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen.
2. Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van een flatgebouw, appartementsgebouw of een soortgelijke meergezinswoning of van een gebouw dat voor publiek toegankelijk is, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van dat gebouw.

Artikel VI

Artikel 2:50a vervalt.

Artikel VII

Artikel 2:51 (Neerzetten van fietsen e.d.)

1. Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan, indien daarmee hinder of gevaar voor het verkeer ontstaat of als daardoor anderszins overlast veroorzaakt kan worden.
2. Het is verboden fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen.
3. Het is verboden fietsen of bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud zijn of die in een verwaarloosde toestand verkeren op de weg te laten staan.
4. Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen of voor een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek als dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek of als daardoor die ingang versperd wordt.

Artikel VIII

De titel ‘Artikel 4:11a Weigeringsgronden’ wordt gewijzigd in ‘Artikel 4:11a Noodkap’ en het artikel komt als volgt te luiden:

1. Het college van burgemeester en wethouders verleent een omgevingsvergunning voor noodkap in het geval zich de urgentie tot onmiddellijke kap voordoet. Het besluit treedt op grond van artikel 6.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) onmiddellijk in werking en wordt achteraf bekend gemaakt.
2. Van noodkap is in ieder geval sprake indien:

- de houtopstand wegens ziekte besmettingsgevaar oplevert of;
- het een dode/terminale/onstabiele boom betreft die direct gevaar oplevert voor bebouwing, bewoners, gebruikers van het perceel of weggebruikers.

Artikel IX

In artikel 5:8 (Parkeren van grote of uitzicht belemmerende voertuigen) wordt het eerste lid in zijn geheel vervangen door de volgende tekst:

1. Het is verboden een voertuig (daaronder begrepen een aanhangwagen) dat een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, te parkeren:

a. op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;
b. op een door het college aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte;
c. op de weg bij een voor bewoning of ander voor dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.

Artikel X

In artikel 5:34 (Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken) vervalt in het tweede lid de zinsnede:

‘Er is in ieder geval sprake van gevaar indien door het college een periode als bedoeld in artikel 2:18 lid 1 sub c is aangewezen (rookverbod).’

Artikel XI

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin het is geplaatst.

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om:

1. Het Jaarverslag 2022 en de Jaarrekening 2022 vast te stellen.
2. Het resultaat van € 9.563.000 voor een bedrag van € 1.351.700 toe te voegen aan de reserve Budgetoverhevelingen en het restant van € 8.211.300 toe te voegen aan de Algemene reserve.

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om:

1. De programmabegroting 2023 te wijzigen conform de bestuursrapportage.

2. Daarmee het geraamde voordelige saldo van € 271.467 met € 84.297 naar boven bij te stellen naar € 355.764 voordelig.

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om de heer A.L. van Woesik te benoemen tot lid van de auditcommissie.

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om de heer M. Venrooij te benoemen als commissievoorzitter.

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om De Kadernota 2024-2027 vast te stellen.

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om te benoemen als voorzitter c.q. lid van de rekenkamer Vught:

• De heer J.H. Vereijken als voorzitter van de rekenkamer Vught;
• Mevrouw M.J. Damen als lid van de rekenkamer Vught;
• Mevrouw I. Plessius als lid van de rekenkamer Vught.

én

De Verordening gemeentelijke rekenkamer Vught 2023 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;
b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;
c. rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Vught als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;
d. doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;
e. doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald;
f. rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving.

Artikel 2: Rekenkamer
1. De raad stelt een rekenkamer in;
2. De rekenkamer bestaat uit 3 externe leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3: Taken Rekenkamer
De rekenkamer verricht onderzoek naar en adviseert de raad over:
1. de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het gemeentelijke beleid en beheer;
2. de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid.

Artikel 4: Benoeming leden
1. De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd voor een periode van zes jaar en zijn éénmaal herbenoembaar voor eenzelfde termijn door de raad;
2. De leden van de rekenkamer worden geacht zorg te dragen voor bestuurlijke continuïteit;
3. De raad wijst één van de leden van de rekenkamer aan als voorzitter;
4. De voorzitter van de rekenkamer draagt zorg voor:
a. het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamer;
b. het leiden van de vergaderingen;
c. het bewaken van de uitgangspunten en de werkwijze;
d. het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming;
e. het onderhouden van contact met de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie en naburige rekenkamers.
5. Het is voor de leden van de rekenkamer verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 81f van de Gemeentewet;
6. Leden van de rekenkamer overleggen bij benoeming een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen. Tussentijdse wijzigingen in deze lijst worden direct schriftelijk gemeld aan de raad.

Artikel 5: Vergoeding
1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer. De vergoeding per vergadering bedraagt € 250 voor de voorzitter en € 205 voor de leden (prijspeil 2023);
2. Indien door de leden in opdracht van de rekenkamer onderzoek werkzaamheden worden uitgevoerd, kunnen zij hiervoor een vergoeding van € 70 per uur ontvangen. Het tarief wordt door de rekenkamer in de opdracht tot te verrichten werkzaamheden vastgelegd;
3. Reiskosten worden vergoed op basis van werkelijke kilometers conform de wettelijke norm;
4. De vergoedingen onder lid 1 en 2 zijn inclusief verblijf- en overige kosten;
5. De voorzitter en de leden van de rekenkamer dienen hun declaratie ieder kwartaal in bij de griffier;
6. De vergoedingen genoemd in dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamer als bedoeld in artikel 9 en worden jaarlijks geïndexeerd conform de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor dat jaar vastgestelde vergoeding voor commissieleden.

Artikel 6: Ambtelijk secretaris
1. Een medewerker van de griffie vervult de functie van ambtelijk secretaris van de rekenkamer;
2. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht;
3. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers en is bij vergaderingen van de rekenkamer aanwezig;
4. De secretaris heeft geen onderzoekstaken.

Artikel 7: Reglement van orde en werkwijze
1. De rekenkamer stelt een reglement van orde van haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast;
2. Zij zendt het reglement van orde en werkwijze na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad;

Artikel 8: Verzoek
1. Conform art. 182 lid 2 van de Gemeentewet kan de rekenkamer, op een gemotiveerd schriftelijk verzoek van de raad, een onderzoek instellen;
2. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre de rekenkamer aan dit verzoek zal voldoen. Indien de rekenkamer niet op een verzoek van de raad ingaat geeft zij daarvoor een onderbouwing.

Artikel 9: Budget
1. De rekenkamer is bevoegd binnen het jaarlijks beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van taken;
2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:
a. de vergoedingen aan de externe leden;
b. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer zijn ingeschakeld;
c. externe onderzoekskosten;
d. eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van hun taak.
3. Indien het beschikbare budget niet toereikend is voor het uitvoeren van een extern onderzoek, kan de rekenkamer de raad verzoeken om extra middelen ter beschikking te stellen. De rekenkamer overlegt bij zijn verzoek een onderbouwing van de noodzakelijke extra middelen. De gemeenteraad willigt het verzoek in, indien volgens de gemeenteraad nut en noodzaak van het extern onderzoek zijn aangetoond door de rekenkamer, en indien voor de extra middelen dekking kan worden gevonden;
4. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, vierde lid, van de Gemeentewet;
5. Op aanvraag verstrekt de rekenkamer een overzicht van de gedeclareerde uren per lid met daarin het doel, de activiteit en de tijdsbesteding van de onderzoeksuren.

Artikel 10: Behandeling, opvolging en monitoring onderzoeksrapporten
1. De rekenkamer stelt jaarlijks rond de jaarwisseling een jaarplan met onderzoeksprogramma vast, consulteert voorafgaand de raad over mogelijke onderzoek keuzes en zendt het jaarplan na vaststelling ter kennisname aan de raad;
2. De rekenkamer informeert de raad, het college en de gemeentesecretaris over het instellen van een onderzoek;
3. Voordat de rekenkamer een onderzoeksrapport vaststelt, stelt zij in elk geval het onderzochte orgaan in de gelegenheid binnen vier weken na verzending van het onderzoeksrapport te reageren op haar bevindingen en voorlopige conclusies.
4. Een onderzoeksrapport met aanbevelingen wordt, inclusief de bestuurlijke reactie van het college en eventueel een nawoord van de rekenkamer, door de rekenkamer in een raadsvoorstel ter besluitvorming aan de raad aangeboden;
5. De rekenkamer licht haar rapporten toe aan de raad. De raad vergadert in openbaarheid over de conclusies en aanbevelingen, tenzij de raad anders beslist.
6. Monitoring van de opvolging van het onder lid 4 genomen besluit geschiedt jaarlijks in de raadscyclus van april op basis van:
a. een door het presidium te verstrekken overzicht van de aan de raad gedane voorstellen van de rekenkamer waartoe de raad heeft besloten en door de raad zelf moet worden uitgevoerd, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven;
b. een door het college te verstrekken overzicht inzake van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer waartoe de raad heeft besloten, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

Artikel 11: Slotbepaling
De verordening ‘Rekenkamercommissie gemeente Vught 2015’ wordt ingetrokken.

Artikel 12: Datum inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking;
2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening gemeentelijke rekenkamer Vught 2023’.

De raad besluit unaniem (19 stemmen) om:

1. In te stemmen met het vaststellen van de volgende doelen voor lokaal eigendom bij grootschalige opwek van energie:
o Zo veel mogelijk opbrengsten die lokaal worden opgewekt, worden – bijv. via een lokaal Klimaatfonds - geïnvesteerd voor het verduurzamen van onze lokale leefomgeving.
o Er wordt voor gezorgd dat alle inwoners, ondernemers, organisaties en verenigingen in de gemeente kunnen meeprofiteren van de opbrengsten.
2. Akkoord te gaan met het uitgangspunt dat een brede coalitie van inwoners, ondernemers, organisaties en verenigingen- eventueel aangevuld met de gemeente wordt meegenomen bij de uitwerking van de doelen en hiermee het algemeen belang wordt gewaarborgd.

3. In te stemmen met het laten uitwerken wat de kosten en risico’s zijn om als gemeente de planvoorbereiding van projecten te dragen voor grootschalige opwek van energie.

De raad besluit unaniem (19 stemmen):

1. De Vughtse Code vast te stellen;
2. De voorstellen uit het memo ‘evaluatie werkwijze raad’ over te nemen;
3. Het Reglement van Orde gemeenteraad Vught 2023 vast te stellen;
4. De verordening op de raadscommissies gemeente Vught 2023 vast te stellen.